Kerk zijn zonder gebouw, het kan!

Kun je nog kerk zijn als je als geloofsgemeenschap geen eigen gebouw meer hebt? Dat is een vraag waar je als geloofsgemeenschap misschien liever niet aan denkt. Toch kan het antwoord op deze vraag verrassender zijn, dan een simpel ja of nee. De OVKK sprak over de dit onderwerp met Eddy Oude Wesselink van KCWO, een katholieke organisatie voor ondersteuning van vrijwilligers. De OVKK en KCWO werken samen in het platform Kerk en Dorp. “Het is mij opgevallen dat het kerkgebouw voor veel mensen een heel belangrijke rol speelt in de geloofsbeleving. Om een voorbeeld te geven: toen ik jaren geleden verhuisde naar Zwolle, had de katholieke kerk waar ik naartoe ging geen eigen gebouw. We konden terecht in het wijkcentrum. We waren een kleine geloofsgemeenschap waar iedereen elkaar kende, maar ook met uitdagingen in het vrijwilligerswerk. Daarna konden we onze vieringen in de Hervormde Kerk in de wijk houden. Toen groeide de gemeenschap verder. Nog weer enkele jaren later kregen we een nieuw eigen kerkgebouw. Tot mijn verbazing groeide het aantal parochianen ineens heel hard. Een mooie ontwikkeling, maar ook bijzonder. Is een gebouw dan een voorwaarde om het geloof te belijden?”


Eddy Oude Wesselink van KCWO

 

Een gebouw als voorwaarde?

Eddy weet als geen ander hoe actueel deze vraag is: “Het afgelopen jaar is in een aantal dorpen aangekondigd dat de kerk moet sluiten. Dat heeft in nog meer dorpen de vraag over de toekomst van het kerkgebouw op de agenda gezet. Het is realistisch dat er de komende jaren enkele tientallen kerken de deuren sluiten als plek waar enkel geloofsgemeenschappen bij elkaar komen voor vieringen. Dat hoeft volgens mij helemaal niet te betekenen dat de lokale geloofsgemeenschappen zonder gebouw geen toekomst hebben. Je moet alleen wel een beetje out of the box durven denken. Paden verkennen die misschien tot op heden onbegaanbaar leken. Ga met elkaar het gesprek aan over de vraag hoe je toch een geloofsgemeenschap kan zijn zonder eigen gebouw”.

 

Toekomst gebouw en kerkgemeenschap; twee aparte processen

Als er sprake is van de sluiting van een kerkgebouw doet dat wat met een dorp. Vaak bundelen de kerken, bewoners, ondernemers en dorpsraad hun krachten om samen een plan voor herbestemming te maken. Naast een nieuwe bestemming van het kerkgebouw, moet ook de geloofsgemeenschap nadenken over de manier waarop zij vorm en inhoud wil blijven geven aan de functie kerkgemeenschap. Daarvoor ziet Eddy drie verschillende mogelijkheden: ”Op het moment dat het kerkgebouw sluit heeft de geloofsgemeenschap drie opties. Je kunt als geloofsgemeenschap aansluiten bij de grotere regionale gemeenschap, je kunt kijken of een deel van het kerkgebouw behouden kan blijven als kerk en je kunt onderzoeken of samenwerking met andere kerkgemeenschappen mogelijk is.” Hieronder bespreken we deze drie opties.

 

Aansluiten bij de grotere regionale gemeenschap
Met het sluiten van de dorpskerk, is een deel van de oplossing vanuit de parochie dat je je kunt aansluiten bij de kerk een dorp verderop. Hemelsbreed is dat vaak niet zover. Toch kunnen de geloofsgemeenschappen voor het gevoel mijlenver uit elkaar liggen. Als dit uiteindelijk de enige optie blijkt, is het hoe dan ook goed om als vertegenwoordigers van de gemeenschappen met elkaar in gesprek te gaan en met elkaar te kijken hoe je kunt toe werken naar een geloofsgemeenschap waar nieuwe en oude leden zich thuis voelen. Hoewel lang niet altijd gewenst, kan dit scenario soms uiteindelijk het enige werkbare zijn.

Een deel van het kerkgebouw bestemmen voor de functie kerkgemeenschap
Een andere mogelijkheid is om te onderzoeken of het mogelijk is om een deel van het kerkgebouw alsnog exclusief te behouden voor kerkdiensten en vieringen. Om dit te realiseren is een actieve geloofsgemeenschap nodig met voldoende vrijwilligers en een toekomstbestendige exploitatie. Niet alleen voor de komende twee- drie jaar maar echt op de lange termijn. “Als dat lukt, moet het gesprek met het bisdom gevoerd worden of een deel van de kerk gewijd kan blijven. Een van de voorwaarden hiervoor is, dat het kerkdeel goed kan worden afgesloten en alleen gebruikt wordt voor kerkelijke activiteiten”, legt Eddy uit.

Samenwerking zoeken met andere geloofsgemeenschappen.
Een derde mogelijkheid waar Eddy zelf een voorstander van is, is het zoeken van samenwerking met andere geloofsgemeenschappen in het dorp. “Hoewel bij protestantse gemeenten kerksluiting op dit moment nog minder aan de orde is, is het ook voor deze geloofsgemeenschappen een flinke klus om kerkgebouwen toekomstbestendig te exploiteren. Het kan dus zomaar een echt win-win situatie opleveren voor beide partijen”.

4 tips voor samenwerking

Eddy heeft een aantal tips voor geloofsgemeenschappen die openstaan voor samenwerking.

  1. Start met de vrijwilligers die interkerkelijke samenwerking zien zitten.
    Verken eens samen met mensen van beide kerken wat jullie hier onder verstaan, hoe zien jullie samenwerking voor je? Er zijn immers veel gelovigen die juist oecumenische samenwerking erg waardevol vinden. Een enquête onder de geloofsgemeenschappen over hun visie op de toekomst kan helpen om te ontdekken of deze denkrichting kansrijk is binnen de gemeenschappen.  
  2. Haak zo snel mogelijk besturen, pastor en dominee van beide kanten en aan en ontdek waar je elkaar kunt aanvullen. Welke wensen en behoeften zijn er, wat zouden voorwaarden zijn om succesvol samen te werken? Kijk dan naar zowel de spirituele als de diaconale aspecten: hoe helpen we elkaar als noabers?
  3. Betrek de gemeenteleden
    Zodra eerste verkennende gesprekken hebben plaatsgevonden is het van essentieel belang om ook de gemeenteleden te betrekken in dit proces. Welke kansen en beren op de weg zien zij? Welke vragen leven er? Gezamenlijkheid is een voorwaarde voor een goede uitkomst van een proces zoals dit.
  4. Betrek een externe partij
    Als je zover bent gekomen dat je met alle partijen over samenwerking in gesprek bent, is het verstandig om er een externe partij bij te betrekken die helpt het proces naar samenwerking in goede banen te leiden. Een goed begin van zo’n proces is het in kaart brengen van ieders dromen en wensen voor de toekomst.

 

Aandacht voor de achterblijvers

Na eerdere sluitingen van kerkgebouwen kun je constateren dat slechts een kleine groep mensen meegaat naar een andere geloofsgemeenschap. Velen haken af om verschillende redenen. Sommige mensen kunnen of willen niet. Anderen voelen zich niet thuis in de nieuwe geloofsgemeenschap.  Wat gebeurt er met de achterblijvers? Voor de nieuwe leden van de geloofsgemeenschap is dat geen vraag, blijkbaar.
De ervaring leert dat de achterblijvers vaak vereenzamen en niet meer actief samenkomen.
Soms zie je toch kleine nieuwe gemeenschappen ontstaan die een plek vinden om samen hun geloof te vieren. Om een gemeenschap te zijn hoef je geen gebouw te bezitten, maar wel een aansprekende spirituele ruimte waar je samen kunt komen. Een voorbeeld hiervan is de Theresia Gemeenschap in Borne.

Inspiratie

Gelovigen van verschillende gezindten zijn op zoek naar andere dingen. De een zoekt meer een sociale verbonden gemeenschap. Anderen herkennen zich meer in de oecumenische benadering. Weer anderen vinden het zondagse meevieren van de eucharistie het belangrijkst of het luisteren naar de verkondiging van het Woord de kerk (en dan het liefst in het eigen kerkgebouw) “Het is nodig dat we hier met elkaar het gesprek over voeren. Met elkaar binnen de geloofsgemeenschap, maar ook tussen geloofsgemeenschappen”, vindt Eddy.
“Ben je op zoek naar inspiratie over dit onderwerp dan is het boek ‘Goede Wijn’ van Jan Hendriks een aanrader. Het gaat over waarderende gemeenschapsopbouw. De schrijver van dit boek vertelt over het belang om te kijken naar overeenkomstige waarden en hierop te sturen. Wat mij betreft is dit essentieel als je interkerkelijk wilt samenwerken. Dan ontdek je dat je meer gemeenschappelijk hebt dan je vooraf misschien denkt”, besluit Eddy Oude Wesselink zijn verhaal.